mening
Ik vond het boek erg saai. Waarom? Er zit niet echt een verhaallijn in. Het gaat over een dag van 2 normale jongens, en soms even over iemand die voorbij komt. Het heeft niet echt een doel. En al die woorden die net iets anders waren geschreven dan dat het hoort, echt super irritant. Ik zou het boek dus niet aanraden, en ik zal hem zeker niet nog een keer lezen. Het enige wat ik wel grappig vond is hoe creatief ze drie manieren hadden gevonden om het woord marihuana te schrijven.samenvatting
'Het leven is vurrukkulluk', zei Panda. 'Jaah', beaamde Mees met een zucht.Mees en Boelie wandelen op zondagmorgen door een park in Amsterdam, waar Mees het vijftienjarige schoolmeisje Panda oppikt. Gedrieën slenteren ze wat rond, kijken naar de eenden en kopen een ijsje. Een nieuwsgierige grijsaard volgt hen naar een uitspanning, waar ze zitten om een biertje te drinken. Panda gaat naar een openbaar toilet, waar ze een woordenwisseling heeft met Rosa Overbeek, de oude dame die daar toezicht houdt.
Intussen gaat de grijsaard, ondanks zijn smalende opmerkingen aan het adres van de moderne jeugd, bij Mees en Boelie zitten. De jongelui besluiten naar het huis van Mees te gaan dat vlak bij het park ligt. De grijsaard wil hen ook daarheen volgen, maar ze slaan hem eensgezind neer. Terwijl hij bewusteloos in het gras ligt, berooft Panda hem van de tweehonderd gulden die hij in zijn schoen verborgen hield. 'Heb je zo'n pijn aan je voeten, opa?' riep ze zorgzaam uit, ten behoeve van de tot tranen toe geroerde voorbijgangers, 'Verdomd', zei Panda en haalde twee biljetten van honderd uit opa's linkerschoen. Met een snel gebaar stopte ze het geld tussen haar borstjes. Thuis aangekomen maakt Mees aanstalten Panda te versieren, die daar geen bezwaar tegen heeft. Om van Boelie af te komen, herinnert Mees hem aan een afspraak die hij in hotel Asiatique met een journalist heeft. Nauwelijks is Boelie vertrokken, of Mees en Panda gaan uitgebreid met elkaar naar bed. In dit hoofdstuk krijgen we een terugblik op de eenzame jeugd van Mees, zijn ervaringen als pianist in kroegen en zijn mislukte pogingen om een liefdesrelatie op te bouwen.
Boelie wordt intussen geïnterviewd door de journalist Ernst-Jan Zoon, die Boelie na afloop vertelt dat hij zijn vrouw, Etta, er van verdenkt een minnaar te hebben. Hij vraagt Boelie uit te zoeken of zijn vermoeden juist is. Samen gaan ze naar het huis van Ernst-Jan en Etta, waar Ernst-Jan naar een uitzending van een voetbalwedstrijd (Nederland-België) gaat luisteren, terwijl Boelie Etta gezelschap houdt in de tuin. Voornamelijk om een eind te maken aan zijn innerlijke onzekerheid besluit Boelie om Etta te verleiden. Samen gaan ze het huis van de buren in, die een autoritje aan het maken zijn, maar ze worden verrast door hun onverwachte terugkomst, Boelie redt hun uit hun benarde situatie door een verzinsel over gaslucht.
Intussen is de grijsaard in het park bijgekomen en hij merkt tot zijn schrik dat zijn geld weg is. Tjeerd Overbeek, die alles heeft gezien, biedt de oude man aan de drie jongelui op te sporen. Eerst wantrouwt de grijsaard hem, maar tenslotte neemt hij Tjeerds aanbod aan. Tjeerd neemt de grijsaard, die Kees blijkt te heten, mee naar zijn oudtante Rosa Overbeek, de juffrouw van het openbaar toilet, die mogelijk goede adviezen kan geven over wat ze kunnen doen. De grijsaard ontdekt dat Rosa een schoolvriendinnetje van hem is geweest. Tjeerd ziet dat hij overbodig is geworden, omdat de twee oude mensen helemaal in elkaar opgaan en Kees is de belangstelling voor het verloren geld heeft verloren.
Mees en Panda besluiten een feest te geven van het geld waarvan ze de grijsaard beroofd hebben. Met dat doel gaan ze naar de drankwinkel van Jens. Terwijl 's avonds het feest in het huis van Mees en Boelie in volle gang is, de muziek dendert en glaswerk sneuvelt, komt Tjeerd Overbeek aanlopen en blijft voor het hek staan, niet goed wetend wat te beginnen. Tegen zijn zin in, wordt hij door een dronken feestganger naar binnen geloodst, verdwaasd door de ongelooflijke chaos in een wereld die hem totaal vreemd is. Etta, die stomdronken is, maakt een scène met haar man en laat zich door Boelie naar een bed in de zolderkamer leiden. Panda wordt door Jens in zijn auto naar huis gebracht. Mees kijkt toe hoe een jongen, een paraplu als valscherm gebruikend, uit het zolderraam de tuin in springt en statig naar beneden zweeft. Op dat ogenblik voelt Mees een ongekend gevoel van geluk door zijn lichaam stromen.
http://www.scholieren.com/boekverslag/46676
Geen opmerkingen:
Een reactie posten